dinsdag 18 december 2012

WEBLOG OPDRACHT 2


Dit jaar hebben wij met school het boek: De donkere kamer van Damokles gelezen van de schrijver Willem Frederik Hermans.

Willem Frederik Hermans wordt algemeen beschouwd als de belangrijkste Nederlandstalige schrijver van de twintigste eeuw. Willem Frederik Hermans is op 1-09-1921 geboren in Amsterdam. Willem Frederik Hermans zijn ouders waren beiden onderwijzers ook had hij nog 1 zus, deze zus is op vroege leeftijd vermoord. Deze gebeurtenis heeft veel invloed gehad op het leven van Willem Frederik Hermans. Willem Frederik Hermans is na het gymnasium fysische geografie gaan studeren aan de Universiteit van Amsterdam. Na deze opleiding is hij lector geweest in Groningen.

Willem Frederik Hermans heeft vele andere boeken geschreven. Volgens vele word het boek nooit meer slapen van Willem Frederik Hermans als zijn beste boek beschouwd. Naast schrijver was  Willem Frederik Hermans ook fotograaf. Later zijn hier ook 2 boeken van verschenen: Koningin Eenoog en Een foto uit eigen doos!.

Sinds April 1989 is er ook het WFHi ( Willem Frederik Hermans Instituut ). Het doel van het WFHi is de kennis van het oeuvre van Willem Frederik Hermans te bevorderen, ook heeft het WFHi het initiatief genomen tot het uitgeven van de Volledige Werken van Willem Frederik Hermans en van een wetenschappelijk verantwoorde  biografie.




 BEELDREPORTAGE.
Ik wist  niet wat ik van het boek moest
verwachte en snapte er na de eerste
zinnen vrijweinig van.

De duistenis van dit boek is heel duidelijk
zichtbaar en ik zie ook dit plaatje voor me als
ik aan die duistere kant van het boek denk.



Ik heb het boek nu uit en het is een open einde
Dus ik zit nog  met allemaal vragen die
nooit beantwoord kunnen worden.


Deze tweeling doet me denken aan Dorberck
en Osewoudt. Zij waren allebei echt nog jongetjes
vandaar ik deze foto ook gekozen heb.
















Op bladzijde 319 staat een motto van Ludwich Wittgenstein

' Ik kan hem zoeken als hij er niet is, maar hem niet ophangen als hij er niet is.

    Men zou kunnen willen zeggen: " Dan moet hij er toch ook zijn als ik hem zoek. "

- Dan moet hij er ook zijn als ik hem niet vind, en ook als hij helemaal niet bestaat.'

Dit motto past goed bij het boek omdat je niet weet of iets er wel echt is. Ik vraag mij namelijk af of Dorbeck wel echt bestaat in het boek of dat het gewoon een denkbeeldig persoon is van de hoofdpersoon. Ik vind het thema van het boek een beetje donker en raadselachtig. Dat heb ik ook met dit motto het is niet dat ik er echt vrolijk van word. Ik heb eerder zoiets van waar gaat dit over? Wat wordt hiermee bedoeld?

Titelverklaring.

De titel van het boek is : De donkere kamer van Damokles.

Deze titel kan naar mijn mening meerdere betekenissen hebben. De donkere kamer kan staan voor de kamer waarin Henri Osewoudt de foto's bewerkten, de foto's spelen in het verhaal een grote rol. De donkere kamer kan ook staan voor de duisternis van het verhaal. De tijd waarin het boek zich afspeelt is een grauwe periode en de hoofdpersoon is ook heel grauw. Damokles staat in de titel denk ik centraal voor de hoofdpersoon.

Lofrede  door Sascha Engelsma.

De donkere kamer van Damokles, daar gaan we dan. Dacht ik toen ik hoorde dat we dit boek moesten lezen op school. Het begon al met de eerste zinnen van het boek: ' Dagenlang zwierf hij rond op zijn vlot, zonder drinken. Hij stierf van dorst want het water van de oceaan was zout. Hij haatte het water dat hij niet drinken kon.' Ik snapte er meteen niks van en ik had zo'n voorgevoel dat het gedurende het hele boek zo zou blijven. Ik las door en  toen kwam daar het moment dat Dorbeck voor het eerst in het verhaal voorkwam vanaf dat moment begon ik het boek te begrijpen en werd het steeds duidelijker. Nu een paar weken later heb ik het boek uit en zit ik nog steeds met vele vragen. Hoe is het met Dorbeck afgelopen? Leeft Dorbeck eigenlijk wel? Was Osewoudt dan ziek in zijn hoofd? Op deze vragen krijg ik nooit antwoord maar zou het toch heel graag willen weten. Het speciale aan dit boek vond hoe Willem Frederik Hermans de personage neerzette, nooit was er een midden het was altijd het ene uiterste of het andere uiterste, je was perfect of je was een grote mislukking.
Het raakte mij hoe de overleden baby Sondaar in het boek beschreven werd. Het was dan ook erg mooi om te lezen hoe de hoofpersonage hiermee omging: 'Osewoudt's ogen schoten vol tranen, de omgeving werd onzichtbaar of er een dikke plaat ijsglas voor zijn hoofd werd gehouden. Op de tast vond hij het koude steen van de tafel, legde de bloemetjes neer en zonder naar de knecht om te zien, ging hij de trap op en rende de gang door. De tranen bleven uit zijn ogen stromen, zonder dat hij eigenlijk het gevoel had om te huilen.


Vele mensen zeggen 'Je moet dit boek meerdere keren lezen'. Dit boek gaat in de kast en wie weet komt ie over een paar jaar weer tevoorschijn en heb ik een hele andere kijk op het boek. Voor nu is het goed zo.

Sascha Engelsma