dinsdag 28 januari 2014

Vertrouwen en wantrouwen in 'Villa des roses'

Ik ga jullie vertellen over de personages in het boek 'Villa des Roses'. Het boek gaat over een pension gelegen in Parijs.

De hoofdpersoon is Louise, zij is een kamermeisje in het pension Louise is 26 jaar oud en weduwe. Louise heeft een zoontje van zes die bij haar broer woont. Dit vind ik al meteen heel zielig en toen ik dit las kreeg ik meteen medelijden met Louise. Stel je voor dat je je eigen kind niet kan opvoeden en niet kan zien. Louise draagt meestal zwarte kleren en komt erg serieus over. Ze is een hardwerkend en ernstig, maar naïef meisje, die in de verleidingskunsten van Grünewald (die ze later Richard noemt) trapt.
Elke keer staat ze weer voor nieuwe problemen. Eerst wil ze niet verleid worden, omdat ze trouw wil blijven aan haar vroegere echtgenoot. Dan, wanneer ze ontdekt dat ze verliefd op hem is en ze een relatie begonnen zijn, twijfelt ze aan zijn liefde. Ze besluit Grünewald een brief te schrijven waarin ze hem vraagt eerlijk te zijn over zijn gevoelens. Ze krijgt het antwoord dat hij echt van haar houdt, hoewel de lezer weet dat dit niet zo is, door het gesprek dat hij met Aasgaard heeft gevoerd. Het volgende probleem ontstaat wanneer ze zwanger is en ze dit kind niet wil houden. Het daaropvolgende probleem is de vraag waar Grünewald blijft. Hij zou een maand naar Breslau gaan en daarna terugkomen, dit gebeurd echter niet. Tijdens het lezen van al deze problemen groeit het medelijden bij mij. Louise is oprecht en trouw in tegenstelling tot de rest van de personages en verdient dit niet. De man met wie deze problemen elke keer zijn is Richard Grünewald.
Richard Grünewald is een van de pensiongasten. Hij was een Duitser, afkomstig uit Breslau, Hij is in de 20. Hij had weinig manieren, zowel aan tafel als in zijn taalgebruik. Ook heeft hij, zoals uit het verhaal blijkt, geen respect voor de liefde: hij doet alsof hij verliefd is op Louise, maar gaat er vijf maanden later gewoon met een ander vandoor. Hij heeft blond haar. Het gerucht gaat dat hij model staat voor de auteur zelf. Je snapt dus dat deze man veel haat gevoelens opwekt in het boek omdat hij arme Louise heel veel pijn doet. 

De eigenaren van dit pension zijn Madame Brulot en Meneer Brulot.Madame Brulot is een dame van 45 jaar oud, de pensionbeheerder. Vroeger is haar zoontje overleden, en ze heeft een aap, Chico, gekocht om haar liefde te uiten. Van haar is bekend dat ze de pensiongasten bedriegt met de prijzen en verkooptrucjes, maar ook wel een goed mens kan zijn. Ze doet het meeste werk voor het pension.Meneer Brulot is de echtgenoot van madame Brulot, 65 jaar oud en vroeger notaris geweest. Door bedrog van zijn opvolger voert hij nog steeds processen om geld terug te krijgen. Hij is ook pensionbeheerder, maar hij doet er weinig aan. Hij heeft alleen grijs haar aan de zijkanten van zijn hoofd en hij droeg een zwart mutsje, dat hij had overgehouden uit de tijd dat hij nog notaris was. Hij had verder een grote snor en puntbaardje. Hij werd door de keukenmeisjes vaak belachelijk gemaakt, omdat hij aan veel ziektes leed en telkens wel weer ergens last van had. Dit echtpaar komt heel saai over en hun verhaallijn is dan ook niet zo heel leuk om te lezen. De schrijver had deze wel iets spannender kunnen maken.

Dan heb je ook nog de andere gasten in het pension zoals Madame Gendron, Aasgaard en Brizard. je denkt in eerste instantie dat hun verhaallijn niet zo van belang is maar uiteindelijk maakt hun verhaalllijn het boek wel helemaal af. Zoals Madame Gendron. Zij is een oude vrouw van 92. Ze steelt van de andere pensiongasten de gekste dingen, maar vaak worden deze door de kamermeisjes weer teruggegeven aan de eigenaars. Ze is erg rijk, en daarom krijgt zij ook altijd de hoogste rekeningen voor het pension. Ze is echter het mikpunt van spot van alle pensiongasten, door haar gedrag en rijkdom. Dit zorgt voor veel hilariteit in het boek.
Aasgaard is een Noor van 30 jaar oud en advocaat, die naar Parijs is gekomen om zijn overleden vrouw te vergeten en Frans te leren. Hij had blond haar, een blonde snor en blauwe ogen. Hij is een van de weinige hotelgasten die niet eindeloos wacht met betalen. Zijn rol lijkt in het eerste opzicht niet zo belangrijk, maar halverwege het verhaal, in hoofdstuk elf, neemt hij ineens een belangrijke rol aan als adviesgever aan Grünewald die de eerste brief van Louise heeft gekregen. En dan als laatst Brizard. Brizard was geen kostganger, maar een man die alleen ’s avonds kwam eten in ‘Villa des Roses’. Hij was architect en afkomstig van de Vogezen. Hij was vaak wat depressief en down, hij was daarom ook altijd blij als iemand met hem mee naar huis liep. Deze depressie zorgde er wel voor zijn overlijden. Al aan het begin van het boek pleegt Brizard zelfmoord.